Beste John,
Het klinkt zo logisch dat het bijna een dooddoener is: huizen zijn bedoeld om in te wonen. Toch is de realiteit dat huizen door beleggers en huisjesmelkers gebruikt worden om monsterwinsten mee te maken. Er zijn nu al 300.000 woningen te weinig en dat kan de komende tien jaar oplopen tot een miljoen. Een astronomisch aantal. En de huizen die er zijn, zijn vaak onbetaalbaar.
Daarom was ik vandaag bij het Woonprotest. En ik was daar niet alleen. Duizenden en duizenden mensen van jong tot oud, van student tot starter, gaven een helder signaal af: wij laten ons niet langer uitwonen. Deze wooncrisis is een gevolg van politieke keuzes. Het is tijd voor actie.
Een student aan de universiteit van Wageningen slaapt in een tent op een camping, omdat hij geen dak boven zijn hoofd kan vinden. Hij is niet de enige: 2.500 eerstejaars studenten hebben nog geen kamer. Maar studenten staan niet alleen. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn oneindig. Het aantal daklozen is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld.
Het is bizar. Huisjesmelkers, pandjesprinsen en beleggers kopen hele binnensteden op. Het gevolg: in een stad als Amsterdam bedraagt de gemiddelde huur in de vrije sector inmiddels 1.600 euro. Onbetaalbaar voor de meeste mensen.
Je zou denken dat de politiek er alles aan doet om mensen een geschikte woning te laten vinden. Niets is minder waar: er worden veel te weinig betaalbare huizen gebouwd en huiseigenaren krijgen gigantische belastingvoordelen die huurders niet hebben.
We hebben te maken met een enorme wooncrisis die vraagt om een radicale omslag. We moeten breken met het idee dat huizen bedoeld zijn om winst mee te maken. Wonen is een recht. De politiek moet het heft weer in eigen hand nemen en zorgen voor betaalbare woningen voor iedereen.
Wij gaan door met ons daarvoor in te zetten in de Tweede Kamer. Maar dat is niet genoeg. Help ons mee druk op de politiek te zetten. Doe mee, teken en deel onze petitie voor betaalbaar wonen voor iedereen:
Samen kunnen we ervoor zorgen dat wonen betaalbaar wordt voor iedereen.
Groet,
Jesse